kerstexamen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kerstexamen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- kerst·exa·men
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstexamen | kerstexamens |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het kerstexamen o
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kerstexamen | kerstexamens |
verkleinwoord |
het kerstexamen o