keerde weder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- keer·de we·der
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wederkeren |
keerde weder
- enkelvoud verleden tijd van wederkeren
- Ik keerde weder.
- Jij keerde weder.
- Hij, zij, het keerde weder.
- Ik keerde weder.
Gangbaarheid
- Het woord keerde weder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.