1. Een karikatuur van Napoleon op Wikipedia (nl) die zijn tanden stukbijt op Leipzig op Wikipedia (nl).

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·ri·ka·tuur
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘spotbeeld’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1785 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord karikatuur karikaturen
verkleinwoord karikatuurtje karikatuurtjes

Zelfstandig naamwoord

de karikatuurv

  1. een humoristische voorstelling van een persoon of zaak, waarbij de meest kenmerkende trekken sterk overdreven worden
    • Het woord "karikatuur" wordt ook gebruikt voor een persoon of een ding met een gedrag dat sterk overdreven of stereotiep is. 

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen