kantwerkt
- kant·werkt
vervoeging van |
---|
kantwerken |
kantwerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken
- Jij kantwerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kantwerken
- Hij kantwerkt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kantwerken
- Kantwerkt!
- Het woord kantwerkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.