kantoormeubel
- kan·toor·meu·bel
- samenstelling van kantoor zn en meubel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kantoormeubel | kantoormeubelen kantoormeubels |
verkleinwoord |
het kantoormeubel o
- (meubel) meubel dat men gebruikt bij het verrichten van kantoorwerkzaamheden
- ▸ Het personeel krijgt dit jaar 1000 euro bruto om te investeren in kantoormeubelen. Ook kunnen medewerkers aanspraak maken op een beeldscherm, toetsenbord en laptopstandaard.[1]
- ▸ De buizen en buiskoppelingen uit de webshop zijn gemakkelijk aan elkaar te bevestigen en zo is een kantoormeubel of stelling eenvoudig in elkaar te zetten.[2]
- Het woord kantoormeubel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Provider VodafoneZiggo laat medewerkers ook na pandemie meer thuiswerken” (27/10/2020), NOS
- ↑ Weblink bron “ReclameMaterialen.com, een samensmelting van expertisen”, Tubantia