kantoorbenodigdheid


  • kan·toor·be·no·digd·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord kantoorbenodigdheid kantoorbenodigdheden
verkleinwoord

de kantoorbenodigdheidv

  1. hulpmiddelen die men gebruikt tijdens kantoorwerkzaamheden
     Hij wees op de stapel dozen en nieuwe kantoorbenodigdheden in de vergaderruimte en zei: 'Ik wil graag dat jullie verder zelf deze dingen regelen.'[1]
     Dus werden er ook kranten verkocht, sigaretten, school- en kantoorbenodigdheden, zelfs Tijlen-Neles van terracotta.[2]
  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645835
  2. Thomas Eyskens
    “Er is niets te zien en dat moet je zien” (2014), De Arbeiderspers  , ISBN 9789029593380