kampbevolking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- kamp·be·vol·king
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van kamp en bevolking
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kampbevolking | kampbevolkingen |
verkleinwoord | kampbevolkinkje | kampbevolkinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de kampbevolking v
- de mensen die in het kamp leven
Gangbaarheid
- Het woord 'kampbevolking' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.