• kak in
vervoeging van
inkakken

kak (...) in

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkakken
    • Ik kak in. 
  2. gebiedende wijs van inkakken
    • Kak in! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkakken
    • Kak je in?