Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·da·vers

Zelfstandig naamwoord

de kadaversmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kadaver


Achterhoeks

Zelfstandig naamwoord

kadavers

  1. meervoud van kadaver


Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·da·vers
Naar frequentie 270181

Zelfstandig naamwoord

kadavers

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van kadaver


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

kadavers

  1. meervoud van kadaver


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ka·da·vers
Naar frequentie zeldzaam

Zelfstandig naamwoord

kadavers

  1. genitief onbepaald onzijdig enkelvoud van kadaver

kadavers

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van kadaver