Nederlands

 
paddenstoelen in kaassaus
Uitspraak
Woordafbreking
  • kaas·saus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaassaus kaassauzen
kaassausen
verkleinwoord kaassausje kaassausjes

Zelfstandig naamwoord

kaassaus v/m [1]

  1. een saus lijkend op bechamelsaus waarin gesmolten kaas verwerkt is
    • Hoe zou de wereld eruit zien zonder nootmuskaat? Nederland zou in elk geval zijn weggezakt in een nationale culinaire depressie. Want laten we eerlijk zijn: stamppot, witlof met kaassaus en de snotgare bloemkool bij het karbonaadje zijn nog enigszins te tolereren dankzij dat snufje nootmuskaat. Maar het opleuken van die nogal ongeïnspireerde Hollandse pot is slechts een voetnoot, een aardige bijkomstigheid. Dat curieuze exotische zaadje heeft de wereldgeschiedenis bepaald. [2] 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. NRC Joël Broekaert 4 februari 2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be