Nederlands

 
Voorbeeld van een kaartenbak
Uitspraak
Woordafbreking
  • kaar·ten·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord kaartenbak kaartenbakken
verkleinwoord kaartenbakje kaartenbakjes

Zelfstandig naamwoord

kaartenbak m [1]

  1. een lade waarin een (een deel van een) kaartsysteem in opgeborgen is
    • Op een feest van het feministische maandblad Serpentine probeerde Nicoline voor het eerst antiquarische boeken te verkopen uit een partij die ze voor zichzelf had gekocht. Dat liep zo goed dat ze vanuit huis antiquariaat Lorelei begon. Toen de collectie te groot werd, vestigde ze haar winkel aan de Prinsengracht. Ze specialiseerde zich in proefschriften van vrouwen, maar tot de collectie behoorden ook antifeministische werken. Haar bibliografische kaartenbak telde uiteindelijk wel vijftienduizend kaartjes. [2] 
Synoniemen
Hyperoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen