juxtapositie
- jux·ta·po·si·tie
- Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘het naast elkaar plaatsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1832 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | juxtapositie | juxtaposities |
verkleinwoord |
de juxtapositie v
- het naast elkaar zetten van meerdere zaken om zo een verband te suggereren (dat er soms helemaal niet is)
- Het Europees Parlement is slechts een juxtapositie van nationale verkozenen. Er bestaat geen Europese socialistische of liberale partij, geen Europees partijprogramma. [3]
- Ik was inmiddels dankzij Clio zo geobsedeerd geraakt met Caravaggio's levensverhaal, zijn doodvonnis en zijn angst voor onthoofding dat ik een tweede betekenislaag in het schilderij meende aan te treffen. De schedel is ook van zijn romp gescheiden. De juxtapositie van de pen en het symbool bij uitstek van de dood evoceert het vonnis, ondertekend door een gestrenge aartsvader van de kerk die verdiept is in zijn theologische fijnslijperijen en die de verdoemde schilder die hem portretteert en die hij veroordeelt, niet eens een blik waardig gunt. [4]
1. het naast elkaar zetten van meerdere zaken om zo een verband te suggereren (dat er soms helemaal niet is)
- Het woord juxtapositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "juxtapositie" herkend door:
41 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "juxtapositie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ juxtapositie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ De Standaard 05/04/2004 Jan Bohets Attali ziet EU op pad van desintegratie
- ↑ Pfeiffer, Ilja Leonard"Grand Hotel Europa" 2018 ISBN 978-90-295-2622-7 pagina 158
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be