vervoeging van
jurer

jures

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van jurer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van jurer
vervoeging van
jurar

jures

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jurar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van jurar