jodenfooi

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  jodenfooi    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈjodə(n)foj / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• jo·den·fooi

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  jood zn  en  fooi zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	jodenfooi	jodenfooien
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jodenfooi v / m

1. (pejoratief) (verouderd) (informeel) te kleine beloning

   • De Holocaust betekende een schok die Europa meer dan een halve eeuw later nog maar nauwelijks te boven is. Antisemitisme en zelfs allerlei uitingen die als zodanig geïnterpreteerd zouden kunnen worden, werden taboe. We spreken tegenwoordig niet meer over een jodenfooi.  
   • Mochten jullie toch met het ministerie van Financiën gaan onderhandelen, dan hoop ik dat jullie wel tegen die ambtenaren daar durven zeggen: “Leuk klokje heb je om! Niet zo duur zeker? Jodenfooi?” Niets is leuker dan een schaamrode ambtenaar.  

Gangbaarheid

• Het woord jodenfooi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jodenfooi" herkend door:

84 %	van de Nederlanders;
72 %	van de Vlamingen.