Nederlands

  Niet te verwarren met: Jodendom
Uitspraak
Woordafbreking
  • jo·den·dom
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van jood met het achtervoegsel -dom met het invoegsel -en-
enkelvoud meervoud
naamwoord jodendom -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het jodendomo

  1. verzamelnaam voor de joden in de wereld
  2. (religie) de monotheïstische religie van de joden
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be