jobstudent
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: jobstudent (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdʒɔpstydɛnt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- job·stu·dent
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van job zn en student zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jobstudent | jobstudenten |
verkleinwoord | jobstudentje | jobstudentjes |
Zelfstandig naamwoord
de jobstudent m
- iemand die hoger onderwijs volgt maar ook kleine baantjes heeft om geld te verdienen
- Ik heb het jaar dan opnieuw gedaan maar ik ben toen al als jobstudent komen werken op de Volksgazet. [1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord jobstudent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jobstudent" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Eynde, J. vangeïnterviewd inFlorquin, J.Ten huize van... 14. (1978) Davidsfonds, Leuven / Orion - Desclée De Brouwer, Brugge; ISBN 90 264 3538 X; p. 220; geraadpleegd 2017-06-10
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be