Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jan·lul
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord janlul janlullen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de janlulm

  1. (pejoratief) een onbelangrijke, domme man
    • "Een of andere janlul zei: 'Ga je je excuses niet aanbieden?' Waarvoor dan?" [1] 
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Het Parool ROELF JAN DUIN JOEP SCHOOL EN MAXIME SMIT 31 DECEMBER 2017 Hoogtepunten uit de media van 2017