Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·tem·pe·ra·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaartemperatuur jaartemperaturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jaartemperatuurv

  1. (meteorologie) de gemiddelde temperatuur over een periode van een jaar gemeten
    • De gemiddelde jaartemperatuur in Amsterdam is hoger dan die in Oslo. 

Gangbaarheid