jaarplan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- jaar·plan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van jaar en plan
- samenstellling van jaar en plan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | jaarplan | jaarplannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het jaarplan o
- een plan van een persoon, bedrijf of organisatie waarin staat wat men het komende jaar probeert te doen
- Het bedrijf had een ambitieus maar in principe haalbaar jaarplan gemaakt.
Gangbaarheid
- Het woord jaarplan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "jaarplan" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be