Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • jaar·helft
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord jaarhelft jaarhelften
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de jaarhelftv / m

  1. de helft van een kalenderjaar
    • Easyjet verwacht het lopende boekjaar verder te kunnen groeien. Het bedrijf voorziet in de eerste jaarhelft daarvan een groei van de capaciteit met 15 procent, deels door het Tegel-effect. Voor het hele boekjaar rekenen de Britten op 10 procent meer capaciteit. [1] 
    • Ook de speelsets rond Star Wars liepen in de eerste jaarhelft minder goed dan voorheen. Klassieke reeksen als Lego City, Friends, Duplo en Technic daarentegen bleven wel sterk presteren. [2] 
     Heineken haalde in de eerste jaarhelft een netto courante winstgroei van 1 procent. Dat is meteen ook het ritme voor de tweede jaarhelft, gaf de derde grootste brouwer gisteren aan. Een zwakke Amerikaanse markt en winsterosie door de sterke euro, verklaren de stagnering.[3]

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Tubantia 20-11-18 Record voor Easyjet: vliegtuigen prijsvechter nog nooit zo vol
  2. Tubantia Barbara de Jong 05-09-17 Lego schrapt 1400 banen na verlies omzet
  3.   Weblink bron
    pdd
    “Winst Heineken stagneert” (11/09/2003), De Standaard
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be