irrogues
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogar
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogar
irrogues
- aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogarse
- gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrogarse