vervoeging van
irrigar

irrigue

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrigar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrigar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van irrigar