vervoeging van
inventer

invente

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van inventer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van inventer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van inventer


vervoeging van
inventar

invente

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inventar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inventar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inventar