vervoeging van
invadir

invada

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van invadir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van invadir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van invadir