vervoeging van
introduire

introduit

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van introduire
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van introduire
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van introduire

introduit

  1. voltooid deelwoord (participe passé) van introduire