Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·tro·duc·tie·week
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord introductieweek introductieweken
verkleinwoord introductieweekje introductieweekjes

Zelfstandig naamwoord

de introductieweekv / m

  1. week waarin men in de gelegenheid wordt gesteld kennis te maken met een nieuwe situatie

Meer informatie

Gangbaarheid