intrigeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: intrigeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·tri·geer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
intrigeren |
intrigeerde
- enkelvoud verleden tijd van intrigeren
- Ik intrigeerde.
- Jij intrigeerde.
- Hij, zij, het intrigeerde.
- Ik intrigeerde.
- ▸ Het intrigeerde me en ik kon niet wachten om verder met hem te ‘praten’.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers