internetredactrice

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·ter·net·re·dac·tri·ce
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord internetredactrice internetredactrices
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de internetredactricev

  1. vrouw die stukjes schrijft of bewerkt voor een krant of tijdschrift dat op het internet verschijnt
    • De internetredactrice liet jaar stukjes ook in de papieren krant verschijnen 

Gangbaarheid