internetgemeenschap
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·ter·net·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van internet en gemeenschap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | internetgemeenschap | internetgemeenschappen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de internetgemeenschap v
- alle gebruikers van het web
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord internetgemeenschap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.