insemineren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: insemineren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- in·se·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
insemineren |
insemineerde |
geïnsemineerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
insemineren [2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord insemineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "insemineren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ insemineren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be