inmiscúa
vervoeging van |
---|
inmiscuir |
inmiscúa
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
vervoeging van |
---|
inmiscuirse |
inmiscúa
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse
- gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse