vervoeging van
inmiscuir

inmiscúa

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuir
vervoeging van
inmiscuirse

inmiscúa

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inmiscuirse