inlichtingendienst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·lich·tin·gen·dienst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord inlichtingendienst inlichtingendiensten
verkleinwoord inlichtingendienstje inlichtingendienstjes

Zelfstandig naamwoord

de inlichtingendienstm

  1. spionagedienst van een staat
    • 'Wij hebben een erg goede inlichtingendienst, daar mankeert niets aan. De lui van de Buitenlandse Vraag Dienst zijn de knapste speurders uit Agressorium. [1] 
    • Nederland heeft de Amerikaanse inlichtingendiensten in die tijd meerdere malen gewaarschuwd voor de aanvallen die de Russische hackers uitvoerden, onder meer op het Witte Huis en de Democratische Partij [2] 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 122
  2. www.businessinsider.nl