• in·le·ving
enkelvoud meervoud
naamwoord inleving inlevingen
verkleinwoord

de inlevingv

  1. het (proberen te) begrijpen en mee te voelen wat een ander aan emoties heeft
    • In zijn bekroonde stuk beschrijft McNally, op basis van de geluidsopnamen van die masterclasses, de legendarische sopraan als een theatrale vrouw voor wie de absolute inleving het grootste goed is, en de dramatiek van een aria gemakkelijk samenvalt met haar eigen emoties.[1] 
    • Ik wilde muzikaal en beeldend theater maken, dus alles behalve teksttoneel. Psychologische inleving in het spel is de dood voor het theater. Een mooie voorstelling die ik maakte was Kwelling naar een kort verhaal, een zogenoemd Falklandje, dat Herman Heijermans in 1906 in jullie krant publiceerde. Het is een ultrakorte tekst. Jeroen Henneman ontwierp een strak decor van grote vlakken en een fascinerend lichtontwerp. We lieten enorme stiltes vallen. Die stiltes, dat was de kwelling.”[2] 
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  1. NRC Henk van Gelder 28 februari 2011
  2. NRC Kester Freriks 19 juni 2010
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be