informatietechniek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·for·ma·tie·tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord informatietechniek informatietechnieken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de informatietechniekv

  1. techniek die men gebruikt voor de communicatie
     Europees Commissaris Viviane Reding (Informatietechniek) heeft telecomwaakhond Opta toestemming gegeven het Nederlandse kabelnet open te stellen voor concurrentie. Staatssecretaris Frank Heemskerk (Economische Zaken) spreekt over een „goed eerste signaal”.[1]
     Volgens het Federale Bureau voor Veiligheid van Informatietechniek (BSI), dat waakt over de beveiliging van de regeringscommunicatie, was de waarschijnlijk afgeluisterde Nokia principieel niet toegestaan voor professioneel gebruik door personen met toegang tot staatsgeheimen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Roel Lutkenhaus
    “Brussel akkoord met opening Nederlandse kabel” (10-02-2009), Tubantia
  2.   Weblink bron “„VS luisterden Merkels oude Nokia af”” (24 oktober 2013), Reformatorisch Dagblad