Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·fo·dag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord infodag infodagen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de infodagm

  1. grote voorlichtingsbijeenkomst met meerdere onderdelen binnen één etmaal
    • De werklozen belangenvereniging Rotterdam wil een infodag houden met iedereen die bezig is op het gebied van de werkloosheid. Op de infodag kunnen de verschillende opvattingen en werkwijzen bij elkaar gelegd worden. [1]

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen