inflara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inflar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inflar
inflara
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inflarse
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van inflarse