vervoeging van
inducir

induzca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inducir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inducir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van inducir