Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·da·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord indaging indagingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de indagingv

  1. (juridisch) dagvaarding
     Het overgrote aanbod van gearresteerde dopers was de oorzaak dat een niet gering getal van hen zonder strafoplegging werd weggezonden, op de belofte dat ze zich bij eerste indaging zouden melden.[2]
  2. oproep tot een tweegevecht
Synoniemen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
22 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dr. W. van ’t Spijker
    “Doopsgezinden op Texel” (01-11-2006), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be