incassokosten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- in·cas·so·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van incasso zn en kosten zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | incassokosten | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de incassokosten mv
- geld dat men moet betalen als men zijn rekeningen te laat betaalt
- ▸ Daarvoor moet de overheid wel afzien van extra regulering, vindt Van Blokland, om het voor beleggers aantrekkelijk te houden te investeren in de woningmarkt. "We moeten al hoge bouw- en grondkosten betalen, dus grijp niet verder in. We hebben gewoon heel veel woningen nodig, dat is de enige manier om die crisis aan te pakken."[1]
- ▸ Dat klinkt positief voor de consument, maar er zitten ook grote nadelen aan, zegt Nadja Jungmann, lector schulden en incasso aan de Hogeschool Utrecht. Er geldt namelijk een minimumbedrag van veertig euro. Als iemand maar een tientje schuldig is, komt daar veertig euro aan incassokosten bovenop. Bij kleine bedragen kan dat "pijnlijk" uitvallen, zegt Jungmann.[2]
Gangbaarheid
- Het woord incassokosten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Beleggers onder vuur, maar hoeveel schuld hebben ze aan woningcrisis?” (Zondag 21 november 2021, 17:58), NOS
- ↑ Weblink bron “Incassokosten minstens 40 euro” (Maandag 2 juli 2012, 11:13), NOS