vervoeging van
imputar

impute

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van imputar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van imputar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van imputar