Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • im·port·hef·fing
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord importheffing importheffingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de importheffingv

  1. (economie) belasting die moet worden betaald op ingevoerde goederen, invoerbelasting
    • Het Verenigd Koninkrijk heeft jarenlang te lage importheffingen gevraagd voor kleding en schoenen uit China.
      OLAF, de fraudedienst van de EU, heeft dat vastgesteld en vraagt de Europese Commissie bijna 2 miljard euro aan gederfde douane-inkomsten bij de Britten te innen. [1]
       
Antoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen