implantas
vervoeging van |
---|
implanter |
implantas
- tweede persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van implanter
vervoeging van |
---|
implantar |
implantas
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van implantar
vervoeging van |
---|
implantarse |
implantas
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van implantarse