Spaans

Werkwoord

vervoeging van
implantar

implantara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantar
vervoeging van
implantarse

implantara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van implantarse