vervoeging van
ilusionar

ilusionaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ilusionar
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ilusionar
vervoeging van
ilusionarse

ilusionaba

  1. eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ilusionarse
  2. derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van ilusionarse