• ilsk
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord illr.
  • Noors bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -sk.
Naar frequentie > 50000
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud ilsk ilskere ilskest
o enkelvoud ilskt
meervoud ilske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
ilske ilskere ilskeste

ilsk

  1. kwaad, razend, woetend
    «Det sparket som en ilsk okserein i brunsttiden.»
    Hij stampte als een kwade stier in de bronsttijd.


  • ilsk
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord illr.
  • Nynorsk bijvoeglijk naamwoord met het achtervoegsel -sk.
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud ilsk ilskare ilskast
o enkelvoud ilskt
meervoud ilske
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
ilske ilskare ilskaste

ilsk

  1. kwaad, razend, woetend