Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • il·lus·tre·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met afbeeldingen voorzien, toelichten’ voor het eerst aangetroffen in 1548 [1]
  • afgeleid van het Franse illustrer (verlichten) (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
illustreren
illustreerde
geïllustreerd
zwak -d volledig

Werkwoord

illustreren overgankelijk

  1. van afbeeldingen voorzien
     `Van Sinterklaas tot Sintemaarten' is bestemd voor Nederland en Vlaanderen. Wij hopen van harte dat het boek, mede door de grote toewijding waarmee Otto Dicke het heeft geïllustreerd, met vreugde gebruikt zal worden. Niet alleen voor de jeugd, in gezin en school, maar ook door alleenstaanden en zieken. Kortom: allen die zich willen verdiepen in de 'feestelijke' kant van het leven.[3]


  1. toelichten met voorbeelden
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen