Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·hoc·key·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijshockeyster ijshockeysters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ijshockeysterv

  1. vrouwelijke ijshockeyspeler
     De Amerikaanse ijshockeysters hebben in Kamloops de wereldtitel veroverd. In de finale tegen gastland en olympisch kampioen Canada viel de enige goal van de wedstrijd pas in de extra tijd.[1]
     De fakkel werd via een trap naar boven gebracht door een Noord- en een Zuid-Koreaanse ijshockeyster. Boven wachtte - op schaatsen - Kim Yu-an, olympisch kampioene van 2010, die het vuur vervolgens ontstak.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Sport
    “Wereldtitel voor ijshockeysters VS” (Dinsdag 5 april 2016, 08:16), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Sport
    “Het olympisch vuur is ontstoken: de Spelen zijn begonnen” (Vrijdag 9 februari 2018, 12:39), NOS