Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·ga·la
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsgala ijsgala's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het ijsgalao

  1. een feestelijke voorstelling door schaatsers op het ijs
    • De Noorse plaats Hamar krijgt een ijsgala op het einde van het seizoen, in navolging van Heerenveen. [1] 
    • "Hoe spijtig ik het zelf ook vond, want de spanning van het allround toernooi was meteen helemaal weg, conform de regels had de heer De Koning volkomen gelijk", vindt R.M. van der Burgt uit Lelystad. "Wat als degene niet Sven Kramer, maar bij wijze van spreken Piet de Boer uit Drachten had geheten? Dan had werkelijk niemand geprotesteerd en had iedereen gezegd: 'Tja, regels zijn regels.' Ook voor Sven Kramer hoor je , hoe jammer en onrechtvaardig iedereen dit ook vindt, geen uitzondering te maken. Het was zoals de heer de Koning een officieel serieus kampioenschap en geen ijsgala." [2] 
    • De politie sloot na de vondst van een verdacht pakketje op de derde verdieping van het gebouw aan de Schedeldoekshaven enige tijd de straat af. Een ontruiming van het gebouw bleek uiteindelijk niet nodig. Experts constateerden dat het ’verdachte’ voorwerp een uitnodiging bevatte voor een ijsgala, begeleid met wat stikstof voor het ’kou–effect’, aldus een woordvoerder. [3] 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. NRC 25 november 1992 IJsgala
  2. De Telegraaf 03 mrt. 2014 Schaatsscheidsrechter had gelijk
  3. Reformatorisch Dagblad 26-09-2006 Uitnodiging ijsgala zorgt voor onrust op ministerie
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be