Het was haar niet alleen ontnomen, maar tot de ijselijkste kwelling gemaakt.[2]
▸Haar neus ligt bijna op de stuurpen als ze de laatste krachten in het geteisterde gestel aanspreekt.[3] Woorden schieten nu zelfs tekort. Een ijselijke kreet galmt over de weide op de top van La Planche des Belles Filles. ‘Aaaargh!’