Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ie·pen·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord iepenziekte iepenziektes
iepenziekten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de iepenziektev

  1. (plantkunde) schimmelziekte die het geslacht iep en zelkova aantast
  2. (schimmels) bepaalde soort schimmel, Ophiostoma ulmi  , die de iepenziekte veroorzaakt
    • Iepen die aangetast zijn door iepenziekte hebben dode takken. 

Meer informatie

Gangbaarheid